“Kijk eens wat ik heb?” Zegt mijn collega terwijl ze ondertussen iets boven onze beeldschermen omhoog houd. Ik blik van mijn scherm naar het bakje met de gekleurde etenswaar. Ik zie worteltjes en verschillende soorten bonen en nog iets. “De manier om meer groenten binnen te krijgen. Dus besloot ik voor mijn lunch een quinoasalade te maken.” Vervolgens somt ze op wat er allemaal in zit.
Ik kijk een week tegen haar salades aan en dan begint het bij mij ook te kriebelen… Ik wil ook zo’n kleurenpallet in een bakje als lunch. Meer groenten past ook beter in mijn-steeds-betere-lifestyle. Alleen heb ik mijn twijfels over de bonen die ze er in heeft gedaan. Ik ben niet zo’n bonen-mens. Sperziebonen, prima. Maar linzen, witte- en zwarte bonen en kikkererwten… Oké die laatste vind ik dan wel lekker als ze eerst met olie en kruiden geroosterd zijn. En ik heb mijn vraagtekens toch ook wel een beetje bij de quinoa. Ik heb dit jaren geleden geprobeerd als maaltijd en dat was op zijn zachtst gezegd een deceptie. Ik had waarschijnlijk een andere smaakverwachting.
Nu mijn smaakpapillen steeds meer gewend raken aan ander en vooral gezonder eten, wil ik het zeker een kans geven. Ik noteer voor mijzelf alle lekkere groentes, noten, zaden en fruit en maak daar een combinatie van waarvan ik denk dat het te eten is. De bonen en andere gezonde toevoegingen komen dan later misschien nog wel. Of niet…
Tijdens het wekelijkse boodschappenrondje mik ik een pak quinoa in de kar. Daarnaast nog wat appels, wortels, walnoten en rozijnen en als klap op de vuurpijl een zak Parmezaanse kaas. Ik loop door naar de groenteboer en pak daar een kropje andijvie. Vriendlief zegt niks maar ik zie het vraagteken boven zijn hoofd. Eenmaal thuis begin ik met de voorbereidingen voor het eten.
De quinoa staat gekookt en al af te koelen op het aanrecht. Ondertussen was ik de andijvie en snij deze in kleine reepjes. De appel ontdoe ik van zijn klokhuis en snijd ik in blokjes. De wortel rasp ik omdat ik julienne nog net te grof vind. Ik mik alles in een grote kom. Voeg daar de walnoten en rozijnen aan toe en bestrooi het met een flinke hand Parmezaanse kaas. Ik maak een dressing van honing en mosterd met wat tijm, zout en peper en een drupje olijfolie.
Terwijl de heren aan een broodmaaltijd zitten met diverse smeersels neem ik een hap van mijn aller eerste zelf gemaakte quinoa salade. Twee paar ogen staan mij vanaf de andere kant van de tafel aan te staren. Waarschijnlijk verwachten ze nu dat ik iets zeg… Maar dat kan ik niet. Ik moet nog een hap nemen. En daarna nog een. Want het is zalig wat ik proef. De zacht bittere smaak van andijvie komt goed tot zijn recht met de neutrale smaak van de quinoa en de frisse smaak van appel. Die weer prima samen gaan met de walnoot en de kaas. De honingmosterd dressing maakt het helemaal af.
Vriendlief is klaar met mijn: “oooh dit is zo lekker!!” en proeft het vervolgens zelf. Ook hij is verbaasd over de smaakt en lepelt daarna de kom leeg. Deze salade is een blijvertje! Nu opzoek naar een andere smaakcombinatie. Ik zit te denken aan spinazie. Iemand van jullie misschien nog tips?